De eerste uitdaging was het herkennen van de specifieke eigenschappen van de meest populaire soorten. Daarmee zijn wij tien jaar geleden begonnen. Niet alleen hebben wij ons verdiept in de bestaande literatuur, maar ook hebben we zelf uitvoerig geëxperimenteerd met diverse soorten om tot het beste resultaat te komen.
Onze focus lag hierbij op: vormsnoei, groeisnelheid, dichtheid, glans, ziekteresistentie en geschiktheid voor het Nederlandse klimaat. De eerste selectie wees naar:
Buxus microphylla “Faulkner”
Buxus sempervirens
Buxus sempervirens “Elegans”
Buxus sempervirens “Green Balloon”
Buxus sempervirens “Hollandia”
Buxus sempervirens “Suffruticosa”
En met deze zes soorten buxus zijn wij aan de slag gegaan. Hieronder een overzicht van soorten waarmee we geëxperimenteerd hebben.
Buxus s. “Suffruticosa” viel na 2 jaar als eerste af. De reden hiervoor was dat deze soort wel compact was maar langzaam groeide en (te) ziekte gevoelig bleek te zijn.
Met de rest van de lijst zijn we tot heden verder gegaan. De Buxus s. “Elegans” wordt niet meer gestekt. Een bonte buxus paste niet goed bij onze visie.
Buxus s. “Green Balloon” wordt ook niet meer vermeerdert. Het klein blad en de kleine internodiale afstand leken ons in het begin zeer aantrekkelijk, het bleek ontzettend moeilijk om goede zijgroei te bereiken. Hierdoor is het soort niet geschikt om mooie ronde bollen van te maken.
Wij waren tevreden met de groeisnelheid en de lenteachtig uitstraling van Buxus s. “Hollandia”, maar helemaal niet met de dofgroene kleur de rest van het jaar, evenmin het gebrek aan bladerdichtheid. Daarom is besloten ook dit soort uit de selectie te halen.
Nu, tien jaar later, kunnen wij concluderen dat Buxus microphylla “Faulkner” en Buxus sempervirens de meest geschikte soorten zijn voor ons hoofddoel: vormsnoei.
De mallen zijn op schaal ontworpen om de beste balans en verhouding van plant en container te bereiken.